Het stond de afgelopen jaren regelmatig in wetenschappelijke en krantenartikels: de fitheid van kinderen kent een dalende trend. Voldoende beweging wordt nochtans gekoppeld aan verschillende gezondheidsvoordelen, zowel op mentaal als op fysiek vlak. De nood om die negatieve curve om te buigen naar een positieve is dus groter dan ooit. Maar wat is 'fitheid' eigenlijk, en hoe kunnen we het meten?
Fysieke fitheid vs. Motorische fitheid
Wanneer we spreken over de fitheid van kinderen, dan hebben we het over zowel hun fysieke als over hun motorische fitheid.
De term ‘fysieke fitheid’ omvat een groep lichamelijke eigenschappen zoals spierkracht en lenigheid (gezondsheidsgerelateerde fitheid) en zoals reactietijd en evenwicht (prestatiegerelateerde fitheid). De term ‘motorische fitheid’ omslaat dan weer een verzameling van vaardigheden die gebruikt worden bij fundamentele handelingen in het dagelijkse leven: bv. schrijven en veters strikken (fijnmotorische vaardigheden) en springen en gooien (grootmotorische vaardigheden).
Het ontwikkelen van een goede fysieke én motorische fitheid op jonge leeftijd heeft een grote impact op de gezondheid op latere leeftijd. Samen verkleinen ze de kans op kanker, overgewicht, hartaandoeningen en zelfs psychologische problemen. De twee soorten fitheid zijn ook wederzijds afhankelijk: wie goed scoort op motorische competentie, is vaak fysiek actiever dan wie zwakkere motorische vaardigheden heeft. Voldoende sport en beweging bij kinderen is dus een waardevolle factor voor een gezonde samenleving.
Fitheid monitoren
Een manier om de recente tendens van bewegingsarmoede tegen te gaan, is het opvolgen van de fitheid en competenties van kinderen met behulp van gestandaardiseerde testen. Hier komt SportKompas in beeld: een generieke testbatterij en oriëntatietool die sinds 2007 kinderen van 8 tot 10 jaar helpt bij het kiezen van de juiste sport. Met behulp van een aantal beweegoefeningen brengt SportKompas de motorische en fysieke fitheid van lagereschoolkinderen in kaart. De resultaten zijn beschikbaar voor de LO-leerkracht die er dan mee aan de slag kan om aangepaste oefeningen te geven op het niveau van elke leerling. De LO-leerkracht kan de afzonderlijke testen ook zelf afnemen en opvolgen doorheen de basis- of middelbare school.
Selena Princen, Masterstudente aan UGent, zal voor haar Masterproef een vergelijking maken van de data die SportKompas verzamelde door de jaren heen. Met haar onderzoek wil Selena Princen o.a. achterhalen of er een (negatieve) trend waarneembaar is in de algemene fitheid (antropometrie, fysieke fitheid en motorische competenties) van 6- tot 12-jarige Vlaamse kinderen, over een tijdspanne van 10 jaar. Het doel is om met SportKompas een barometer te ontwikkelen die de fysieke en motorische fitheid van kinderen weergeeft, zodat die niet enkel op individueel niveau maar ook op groepsniveau gemonitord kan worden.
Voordat Selena Princen fysieke prestaties vergelijkt, zal ze eerst referentiewaarden opmaken van de motorische en fysieke fitheid van Vlaamse kinderen tussen 6 en 12 jaar. Daarnaast zal ze ook onderzoeken in welke mate omgevingsfactoren -zowel op lokaal als internationaal niveau- die fitheid beïnvloeden.
De Masterproef van Selena Princen is verbonden aan de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van UGent en verloopt onder begeleiding van prof. dr. Matthieu Lenoir, dr. Johan Pion en Bruno D'Hulster. Het onderzoek loopt nog tot 2022, dus we zijn alvast heel benieuwd naar de conclusies!
Princen, S. (2021). Het Vlaams SportKompas als barometer voor de motorische en fysieke fitheid van 6-12 jarige kinderen [Ongepubliceerde masterproef]. Universiteit Gent.